Een bakker is elke ochtend lang bezig met deeg maken. Dit kost hem veel tijd en energie, aangezien hij lang moet kneden. Sinds enige tijd merkt hij dat hij hierbij ook last van zijn pols krijgt. Het deeg maken levert de bakker dus niet veel energie op. Hij vindt het contact met zijn klanten veel leuker. Hij kent de meeste klanten goed en houdt ervan om een praatje te maken. Maar helaas komt hij daar niet veel meer aan toe. Sinds een half jaar heeft hij meer personeel in dienst die achter de kassa staan. De bakker is namelijk de enige die de techniek van het brood kneden echt goed onder de knie heeft. Dit zorgt ervoor dat hij minder tijd heeft voor het contact met zijn klanten.
De grootste taak van de bakker is het rondje met het getal 1, namelijk: het bereiden van het deeg. Dit kost hem veel energie en hij is hier veel tijd aan kwijt.
Het contact met de klanten plaatst de bakker rechts in de grafiek (rondje met getal 4). Dit geeft hem namelijk wel veel energie, maar hij kan hier weinig tijd aan besteden.
Nu is het jouw beurt!
Als je dus de taak van nummer 1 (zie tabel oefening 1) gaat plaatsen, zal je deze waarschijnlijk erg hoog zetten. Het is namelijk een belangrijke taak voor jou. Afhankelijk van of de taak je veel of weinig energie kost, zal je deze meer linksboven, midden-boven of rechtsboven neerzetten.